De export van Nederlandse landbouwgoederen is afgelopen jaar uitgekomen op een recordbedrag van 91,7 miljard euro. Dat is 7 procent meer dan een jaar eerder, toen ook al sprake was van een record.

Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en de universiteit van Wageningen.

Nederland is daarmee de op een na grootste landbouwexporteur ter wereld. Alleen de Verenigde Staten exporteren meer agrarische producten. De cijfers zijn verzameld in opdracht van het ministerie van Landbouw, dat ze vrijdag presenteert op een grote landbouwbeurs.

De export van landbouwgoederen bestond vorig jaar voor 66,2 miljard euro uit producten van eigen bodem en voor 25,5 miljard euro uit wederuitvoer van eerder ingevoerde buitenlandse goederen. Met name de landbouwproducten uit Nederland zelf dragen sterk bij aan de economie, in totaal 40,5 miljard euro. De bijdrage van de wederuitvoer is 3,5 miljard euro.

Brexit beïnvloedt wisselkoersen

De belangrijkste exportbestemming is Duitsland. In 2017 ging er voor 23,4 miljard euro aan landbouwgoederen uit Nederland naar het oostelijke buurland. Dat is ruim 25 procent van de totale export van landbouwgoederen en een groei van 5 procent ten opzichte van 2016.

Na Duitsland waren België (10,4 miljard euro), het Verenigd Koninkrijk (8,6 miljard euro) en Frankrijk (8,0 miljard euro) de grootste afnemers van landbouwproducten uit Nederland. De export naar België en Frankrijk groeide naar verhouding veel sterker dan die naar het Verenigd Koninkrijk. De beperkte exportgroei naar het VK houdt mogelijk verband met een ongunstige wisselkoersontwikkeling die samenhangt met de aankomende Brexit.

LEES OOK: Dit verwachten boeren van Carola Schouten, de nieuwe minister van Landbouw